Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet luchtvaart (vervoer van gevaarlijke stoffen en van dieren)

 

Wet van 12 oktober 2000, houdende wijziging van de Wet luchtvaart (vervoer van gevaarlijke stoffen en van dieren)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in het kader van de herziening van de Luchtvaartwet de regels met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen en het vervoer van dieren opnieuw vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wet luchtvaart.]

Artikel II Overgangs- en slotbepalingen
1
Erkenningen die krachtens de Luchtvaartwet zijn verleend aan natuurlijke personen of rechtspersonen die werkzaamheden verrichten, verband houdend met het aanbieden ten vervoer, het doen vervoeren of het daadwerkelijk vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht, en die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldig zijn, worden vanaf dat tijdstip aangemerkt als erkenningen als bedoeld in artikel 6.55.
2
Opleidingsinstituten voor het afnemen van examens inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht die krachtens de Luchtvaartwet zijn aangewezen, waarvan de aanwijzing op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldig is, worden vanaf dat tijdstip aangemerkt als erkende opleidingen als bedoeld in artikel 6.56.
3
Krachtens de Luchtvaartwet verleende ontheffingen terzake van het vervoer van gevaarlijke stoffen, blijven na het in werking treden van deze wet, met inbegrip van de in voorkomend geval aan deze ontheffingen verbonden voorschriften of beperkingen, van kracht.

Artikel III
1
De behandeling van aanvragen om erkenningen, aanwijzingen of ontheffingen als bedoeld in artikel II, welke voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn ingediend, geschiedt overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Luchtvaartwet, zoals die tot dat tijdstip luidde.
2
De procedure van schorsing of intrekking of tot beƫindiging van de schorsing van erkenningen of aanwijzingen als bedoeld in artikel II, welke voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is aangevangen, wordt afgehandeld overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Luchtvaartwet, zoals die tot dat tijdstip luidde.
3
Beroepen terzake van erkenningen of aanwijzingen als bedoeld in artikel II, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet in behandeling zijn, worden behandeld overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Luchtvaartwet, zoals die tot dat tijdstip luidde.
4
De in het eerste, tweede of derde lid bedoelde erkenningen of verrichte aanwijzingen worden aangemerkt als erkenningen, respectievelijk erkende opleidingen als bedoeld in artikel 6.55, respectievelijk artikel 6.56.

Artikel IV
[Wijzigt de Wet op de economische delicten.]

Artikel V
[Wijzigt de Wet milieugevaarlijke stoffen.]

Artikel VI
[Wijzigt de Kernenergiewet.]

Artikel VII
[Wijzigt de Luchtvaartwet.]

Artikel VIII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand te zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 12 oktober 2000
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, T. Netelenbos
De Minister van Defensie, F. H. G. de Grave
Uitgegeven de tweede november 2000
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals